Voedselbos

MENU


Bodem als basis


Essentieel onderdeel van het voedselbos is het in stand houden of stimuleren van het bodemleven. Het bodemleven bestaat uit een enorm leger aan kleinere en (iets) grotere bodemorganismen: schimmels, bacteriën, wormen. Zij zorgen voor de vertering van organisch materiaal (blad, wortels) en het transport van voedingsstoffen naar de wortels van de planten.   

Dit bodemleven heeft een diverse aanvoer van organisch materiaal nodig om actief te kunnen zijn. Het bewust laten liggen van afgevallen blad, maaisel of overtollig gewas is noodzakelijk om het bodemleven te stimuleren of op gang te helpen. Dit grovere organisch materiaal biedt tegelijkertijd onderdak en voedsel aan tal van insecten en kleine dieren: alle hebben hun functie in het systeem. Of het nu om een bos of achtertuintje gaat! 

Ons algemene netheidsbeeld van de tuin – kale grond en alles afvoeren wat voor ons niet ‘bruikbaar’ is - werkt dus feitelijk de vitaliteit van de planten en het bodemleven dat hen moet voeden tegen!
     
Door de omzetting van organisch materiaal komen voedingsstoffen vrij en ontstaat uiteindelijk onder andere humus. Dit humus zorgt voor een veerkrachtige bodem – zoals in het bos - die vocht vasthoudt in droge tijden en waterdoorlatend blijft in tijden van nattigheid. Het bodemleven zelf vormt ook een waardevolle bron van water en voedingsstoffen op het moment dat deze organismen afsterven.
    
Door een voedselbos te planten op schrale grond wordt de vorming van een veerkrachtige bodem in gang gezet. Zelfs levenloze bodems, ontstaan bijvoorbeeld door langdurig gebruik van chemische middelen, kunnen zo langzaam weer tot leven gewekt worden. Door na aanplant de grond losjes af te dekken met blad en/of ander organisch materiaal, kan het stimuleren van het bodemleven en de vorming van humus in gang gezet worden. Al na enkele jaren zal opvallen dat de vitaliteit van de planten en de veerkracht van de bodem groter worden.